Het Rugzakje van Younes: een verhaal dat niet verbleekt

In een vintagewinkel in hartje Gent, tussen rekken vol gedragen denim en verweerde jassen, staat Younes achter de toonbank. Hij draagt een pet die ooit een Belgische postzak was, "van 1996," zegt hij, terwijl hij met zijn vingers langs de verweerde stof strijkt. "We knippen dat uit, tekenen ons patroon, en dan begint het pas echt."

Unfading, het kledingconcept dat hij opzette, is geen merk in de traditionele zin. Het is een bezield project, geworteld in herinnering, techniek en een ontembare liefde voor wat al geleefd heeft. De stukken die hij maakt — petten, broeken, jassen met puntige achterzakken — zijn geen producten. Ze zijn archeologische vondsten van het heden, gevormd door het verleden.

Van vintage tot visie

De weg naar Unfading begon in de rekken van tweedehandswinkels. Eerst was er het thriften, dan het doorverkopen. Geld verdiend met kleding van een ander, tot hij besefte dat hij zijn eigen smaak miste. “Ik vond die vintage kleren wel mooi, maar ik wilde er áltijd iets aan veranderen.”

Die drang leidde hem naar zijn grootmoeder, afgestudeerd aan de modeacademie in Antwerpen. Een zomer lang woonde hij bij haar. Zij leerde hem naaien, patronen tekenen, en vooral: kijken. Kijken naar stof alsof het een verhaal in zich droeg. Vanaf dan werd kleren maken een taal.

Twee zielen, één visie

Hoewel Younes het gezicht van Unfading is, werkt hij niet alleen. Ward Lambrechts, die mode studeert in Antwerpen, is zijn creatieve wederhelft. Waar Younes zich bezighoudt met techniek en constructie, is Ward de flamboyante geest die kleuren, vormen en flair binnenbrengt. “Hij is meer de kunstenaar, ik ben de ambachtsman. We zoeken altijd de middenweg.”

Die samenwerking is meer dan praktisch, het is een wisselwerking van karakters. En vooral: van tijd. Want Ward zit doordeweeks in Antwerpen, en Younes werkt voltijds in een vintage kledingwinkel. “Dat voelt niet als werk,” zegt hij. “Het is gewoon mijn leefwereld.”

Een ruige opvoeding

Veel van de esthetiek van Unfading is te herleiden tot zijn vader. Een biker, een man van oude muziek, ruige jassen en versleten leren broeken. “Die vibe is me met de paplepel meegegeven.” Ook legeruniformen kwamen op tafel. Niet als verkleedkleren, maar als relieken.

"80% van de mensen zou die naar het containerpark brengen, ik zie daar een geschiedenis in. Dat doet iets met mij." Het zijn de verhalen in de stof die hem raken. En dus is zijn kleding daar ook een antwoord op: niets is nieuw, maar alles krijgt een nieuw leven.

Moeizaam, maar magisch

Handgemaakt werken betekent ook: limieten. “We hadden een rol stof voor een specifieke broek. Bij bestelling 20 was die op. Er waren er nog tien die zo’n broek wilden, maar op is op. In de commerciële mode zou dat een ramp zijn. Voor Younes is het het bewijs dat zijn klanten het snappen.

Iedereen die bij hem koopt, weet: jouw stuk is uniek. Niet omdat het moet, maar omdat het niet anders kan. “Ik hou van die beperkingen. Ze maken het persoonlijker.”

Van boro tot bleken

Het meest bijzondere stuk dat hij ooit maakte? Een jas, opgebouwd in drie lagen, gerepareerd volgens de Japanse boro-techniek — met de hand, stiksel per stiksel. “Dat duurt drie dagen om te maken.” Er zijn maar vier mensen in West-Europa die het kunnen, zegt hij trots. “Maar het is geen concurrentie. We wisselen kennis uit, gewoon om het ambacht levend te houden.”

Bleken deed hij lang met zout en chemicaliën, tot zijn longen protesteerden. Nu zoekt hij naar natuurlijke alternatieven. Alles moet blijven evolueren. “Je moet jezelf blijven heruitvinden.”

Tegen de stroom in

In een wereld van massaproductie en fast fashion zwemt Younes bewust tegen de stroom in. Hij weet dat hij, voorlopig, niet het grote geld zal verdienen, maar dat hoeft ook niet. "Als ik mijn rekeningen kan betalen, is dat genoeg."

Zijn droom? Een loods kopen. Een groot creatief nest waar Unfading een ‘paraplu’ is waaronder andere merken kunnen ontstaan, werken, groeien. Het commerciële en het artistieke gescheiden, maar verbonden. “Daarin zou ik vrijheid kunnen geven, ook aan anderen.”

Collecties met een camera

Een jas alleen is niet genoeg. Younes denkt in verhalen. Toen hij jassen ontwierp geïnspireerd op Japanse boeren, maakte hij ook een kortfilm. Geen catwalk of flashy campagne, maar een boer in moderne setting die zijn jas draagt. "Dat is wat we willen: verleden in het heden brengen."

De machines zijn oud, de stoffen komen uit Japan, en alles wordt in een modern silhouet gegoten. Het is geen nostalgie om de nostalgie, het is een brug tussen twee tijdperken.

Geen merk, maar een begrip

Unfading moet iets groters worden dan hemzelf. "Als ik stop, wil ik dat iemand anders verder kan." Daarom gebruikt hij niet zijn eigen naam als merk, zoals Raf Simons of anderen dat doen. Unfading moet een concept zijn dat leeft, los van wie het startte.

Wat hij wil nalaten? Geen massamarkt, maar kwaliteit en historiek. Stukken waar je naar kijkt en instinctief voelt: dit heeft geleefd.

Koffie met klanten

In Gent telt hij amper drie vaste klanten. Maar die drie kent hij persoonlijk. Soms drinken ze een koffietje samen, maken een praatje op straat. Dat vindt hij goud waard. “Ik hoef geen bekendheid. Ik hou ervan dat ik een kleine community heb, en dat ik ze allemaal ken.”

Internationaal loopt het beter: Duitsers zijn fan, Nederlanders iets minder. “In Amsterdam liep m’n pop-up het slechtst. Daar is het meer merkgericht. Duitsers letten minder op geld, die waarderen het proces.”

Nog lang niet klaar

Twijfel is er niet. Zelfs als hij minder verkoopt, weet hij: dit is wat ik wil doen. Omdat het niet draait om geld, maar om expressie. Maar ooit, ooit komt er die loods. Ooit komt er ruimte om te groeien, te verbinden, te inspireren. En tot die dag maakt hij gewoon verder. Stiksel per stiksel, verhaal na verhaal.