Je hebt er nog nooit van gehoord of misschien doe je het al een tijd, maar geocaching is sinds de start van de “Nillies” aan de gang. Wij trokken als ravagemakers op 20 oktober naar een initiatie geocaching te Gent waar we alles te weten kwamen over deze merkwaardige maar leuke hobby.
Wat is geocaching?
Tijdens geocaching zoek je met behulp van coördinaten naar doosjes die verstopt zijn in het landschap. In zo’n doosje vind je zeker een logboekje en misschien ook ruilspullen, “TB’s” en “Woodies”. Die laatste twee worden later in dit artikel uitgelegd. Je gaat op zoek naar doosjes die door andere geocachers verstopt zijn. Jouw opdracht is om de doosjes terug te vinden en vervolgens aan te geven dat je ze daadwerkelijk gevonden hebt. De doosjes liggen vaak op minder voor de hand liggende plaatsen en dat is net het leuke aan geocachen. Zelfs in Gent kom je op plekken terecht waar je anders nooit terecht zou komen.
Een dikke aanrader: geocachen op vakantie. Je komt zo eens niet terecht op plekken die in alle toeristische brochures staan, maar op mooie plekken die de locals zelf hebben aangeduid. Zo sturen lokale mensen je naar plekken waar je anders nooit terecht zou komen.
Het is ook interessant voor de ouders om hun kinderen meer te laten wandelen. Dat is niet evident. Maar als je die wandelingen doet door te geocachen, wordt het al een stuk gezelliger. Je voegt een extra doel aan je wandeling toe.
Hoe ga je van start?
Je gaat op zoek aan de hand van coördinaten. Van alle geocaches – dat zijn locaties waar zo’n doosje ligt – kan je de coördinaten opvragen. Binnen de ring rond Gent liggen er alleen al een 70 à 80-tal. Voor elk van deze punten krijg je gps-coördinaten op de website of op je toestel waarmee je straks zal gaan geocachen. Je kan dit doen op twee manieren. De gemakkelijkste manier is op een smartphone of tablet, maar je kan ook een wandel-gps gebruiken.
Naar wat zoek je?
Verstopte doosjes. Daarin vind je zeker een logboek, soms ook ruilspullen, TB’s en woodies.
Dit is één van de type doosjes die een klassieker zijn, een petling. Dat zijn petflessen voor ze petflessen zijn. Om daar een fles van te maken, wordt die achteraf onder druk opgeblazen in de vorm van een fles. Ervoor is dat een hard buisje met een dopje. Dat is een van de typische dingen die je als doosje vindt waarin caches verstopt zijn.
Dit is een tweede vorm. Het is een doosje van een oud filmrolletje. Tegenwoordig neemt bijna iedereen digitale foto’s, dus verdwijnen deze doosjes stilaan.
Dit zijn twee klassiekers, maar dat wil niet zeggen dat alles wat je gaat vinden van die aard zal zijn. Het kan even goed een minuscuul klein magnetisch doosje zijn dat onderaan een brugleuning hangt. Elk doosje kan in aanmerking komen om een geocache te zijn, op voorwaarde dat er een logboekje in kan. Bij de allerkleinste doosjes moet je soms een pincet bij hebben om het logboek eruit te krijgen.
Wat doen wanneer je het gevonden hebt?
Als je het vindt, neem je het logboekje en schrijft daar je nickname in. Een voorbeeld is Mikado, de afkorting van de drie namen van je kinderen: Mike, Karen, Donald. Zo heeft iedereen een eigen bijnaam. Je zet er ook altijd de datum bij wanneer je het gevonden hebt. Achteraf maak je daar een log van via de app of op de website. Je geeft op de website aan welke cache je gevonden hebt en je schrijft er een stukje commentaar bij. Dat laatste is feedback voor de mensen die het gelegd hebben en wordt door hen als voldoening ervaren.
Deze dingen kan je erin vinden
Je ziet er meestal altijd een kevertje op staan. Dat is een “TB”, een trackable of Travel Bug. Een TB is een metalen plaatje met een code op. Het is de bedoeling dat deze bugs van de ene cache naar de andere reizen. De eigenaar kan zo de reis van zijn kleine bug volgen en zien waar die naartoe gaat. Af en toe durven die dingen ook wel eens te verdwijnen en zie je die niet meer terug.
Iemand die de Travel Bug vindt, maakt daar een log van met het codenummer. Degene die de Travel Bug ergens achtergelaten heeft kan die pagina oproepen en ziet waar hij overal geweest is. Je ziet de plekken op de wereldkaart waar hij rondgereisd heeft en de kilometers die het ondertussen afgelegd heeft.
Naast travel bugs vind je soms ook wooden coins. Daar staat geen code op en het is niet de bedoeling dat die rondreizen. Toch verzamelen heel wat mensen die aan geocaching doen deze munten. Fervente geocachers laten zoiets maken en laten die achter in de caches die ze zelf gevonden hebben. Als je die vindt, mag je daar een verzameling mee beginnen.
Je kan er ook kleine prulletjes in vinden. Als kinderen die cache vinden mogen ze die schat meenemen en er iets anders in achterlaten. Tegenwoordig komt het minder vaak voor, maar vroeger was dit een belangrijke traditie. In het begin was dit vaak de motivatie om mee te gaan: “Wat zou er in zitten?” Op die manier werden er kleine spulletjes uitgewisseld.
Deze dingen zijn niet wezenlijk, het enige wezenlijke is het logboekje. Dat hoeft er altijd in te zitten.
Aan het eind van ons dagje geocachen hadden we vijf caches op de teller staan. We behaalden dit in groepen van 5 personen, elk van ons konden de geocaches loggen en achteraf stonden er koekjes en koffie klaar om wat kracht op te doen na de lange wandeling.